In de 14e eeuw beklom de Italiaanse schrijver en humanist Petrarca de berg de Mont Ventoux. Deze periode kenmerkt zich als een keerpunt tussen de oude (religieuze) en de nieuwe (humanistische) wereld. De brief waarin hij zijn ervaringen heeft vastgelegd zou grote betekenis krijgen in hoe wij naar het land kijken. Het heroriënteren, nieuwsgierigheid naar een ruimere omgeving kwam voort uit ontevredenheid van de besloten (religieuze) ruimte.
Petrarca’s brief spoorde mij aan zelf de berg te gaan beklimmen. En te fotograferen.
De middeleeuwse geest richtte zich op inkeer en besloten ruimte. Het bereiken van een bergtop en het uitkijken over de wereld is een geheel nieuwe stap naar de ontdekking van land en landschap. Eenmaal boven kwam Petrarca in gewetensnood, voelde zich ongemakkelijk over zijn daad om ‘louter uit begeerte’ de top te bereiken en zocht steun bij de Belijdenissen van Augustinus.
Voor mij bleek deze onderneming anders uit te pakken. Tijdens de beklimming waren het de bossen, de paden en de steile stenige hellingen die indruk maakten en me vermoeiden.
Maar het was het onverwachte van de afdaling, dwalend en mijmerend, via weerbarstige aardse ‘materialiteit’, langs unheimische grotten door onbekende beslotenheid, eindigend in duisternis.
In tegenstelling tot Petrarca had ik geen Augustinus bij me maar was het de berg zelf met haar grotten en donkerte die me deden huiveren en mij een geheel andere beleving van ruimte gaven. De grotten met hun tegenstrijdigheid van bescherming en afschrikwekkende donkerte stonden in groot contrast met de ruimte en het licht op de top van de berg.
Het doel bleek achteraf voornamelijk de afdalingen te zijn waarmee een fotografische pelgrimage werd afgesloten.
Bob Wielaard
Heemstede 9 oktober 2023